21 maart 2019
|

Alsnog aftrek niet eerder afgetrokken btw

Alsnog aftrek van niet eerder afgetrokken btw

De aftrek van btw op onroerende zaken kan complex zijn, en daarbij kunnen ook fouten worden gemaakt. In hoeverre kan deze fout nog worden gerepareerd als de onroerende zaak nog niet in gebruik is genomen?

Verkrijging en verkoop perceel

Partij X verkrijgt in 2006 tien percelen. Op aankoopprijs drukte € 79.831 btw. Bedoeling was om op de percelen stacaravans te realiseren en de percelen te verkopen. Vanwege economische omstandigheden is de ontwikkeling echter niet gerealiseerd. Ten tijde van de aankoop is de btw niet in aftrek gebracht, maar dit had wel gekund. In 2013 worden de percelen weer verkocht met btw. In de tussentijd zijn de percelen niet gebruikt. De vraag is nu of de btw op de aankoop ten bedrage van € 79.831 alsnog in 2013 in aftrek kan worden gebracht.

Rechtbank: geen recht meer op aftrek van btw

De Rechtbank geeft een strikte uitleg. De bedoeling is volgens de Rechtbank dat bij aanschaf van de percelen direct het juiste bedrag aan btw in aftrek wordt gebracht. Alleen als de bestemming van de percelen wijzigt bestaat de mogelijkheid te veel of te weinig in aftrek gebrachte btw te herzien. Nu geen sprake is van een bestemmingswijziging is in feite de kans verkeken de btw in aftrek te brengen. Dat had in 2006 moeten gebeuren. Ook was de termijn voor het doen van een ambtshalve verzoek tot teruggave al verstreken.

Hof: wel recht op aftrek van btw

Het Hof Arnhem-Leeuwarden kiest echter een ruimere uitleg. Van belang is dat recht op aftrek van btw bestaat als goederen of diensten voor btw-belaste prestaties worden gebruikt. In dit geval ontstaat pas duidelijkheid over het gebruik zodra daadwerkelijk sprake is van het eerste en enige gebruik, de verkoop in 2013. Het perceel is immers in de tussenliggende periode helemaal niet gebruikt. Daarom bestaat in 2013 alsnog recht op aftrek van de btw op de verwerving van het perceel. Dat partij X, al dan niet bewust, de btw niet al in 2006 heeft afgetrokken doet daar niet aan af. Ook is het niet nodig dat de bestemming in de tussentijd is gewijzigd.

Mening DUDOK en belang voor de praktijk

Naar mijn mening heeft het Hof de uitspraak van de Rechtbank terecht vernietigd en anders geoordeeld. De wet biedt twee aangrijpingspunten voor de aftrek van btw: het moment waarop deze in rekening wordt gebracht, en het moment van ingebruikname. Bij investeringsgoederen dient daarnaast het recht op aftrek ook nog in de jaren na ingebruikname te worden gevolgd.

Het is eenvoudig om in voorliggend geval te denken dat het recht op aftrek is beperkt. Immers, de onroerende zaak is al zeven jaar eerder aangeschaft, het was altijd al de bedoeling het perceel btw-belast te gebruiken en tot die tijd was er nog helemaal geen btw in aftrek gebracht. Maar zolang een onroerende zaak nog niet in gebruik is genomen is – mijns inziens – de initiële aftrek van btw nog niet definitief. Afhankelijk van het gebruik van de onroerende zaak moet het recht op aftrek van btw dan nog definitief vorm krijgen. Dat op het moment van verwerving van de onroerende zaak – al dan niet per ongeluk – te weinig btw in aftrek is gebracht, doet hier naar mijn mening niet aan af. Tegen de uitspraak is beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad (zaaknummer 19/01427). De uitspraak van het Hof is dan ook nog niet definitief.

Uit dit geschil blijkt dat de btw op onroerende zaken complex kan zijn, maar er tot op zekere hoogte ook ruimte bestaat om fouten uit het verleden te corrigeren. Indien u vragen heeft over de btw rondom onroerende zaken, of hierover een discussie heeft met de Belastingdienst, zijn wij u dan ook graag van dienst.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019, 17/01335, ECLI:NL:GHARL:2019:909

 

Note: Als gevolg van nieuwe jurisprudentie en wetswijzigingen kan het voorgaande op het moment van lezen achterhaald zijn. Wij adviseren dat u zich ook altijd laat informeren over de actuele stand van de jurisprudentie en wetgeving, graag staan wij u hierin bij.