Een formeel gebrek in een factuur is op zichzelf onvoldoende om aftrek van btw te weigeren.
Bij de beoordeling of btw door een ondernemer in vooraftrek kan worden gebracht, speelt ook de onderliggende factuur een rol. Een formele fout op de factuur mag er echter op zichzelf niet toe leiden dat het recht op aftrek van btw verloren gaat, zo kan worden afgeleid uit een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie.[1]
De zaak Barlis
Een Portugese horeca-exploitant schakelt een advocaat in en ontvangt daarvoor facturen met btw. Op de facturen wordt echter slechts zeer globaal vermeld wat voor diensten zijn verricht en wanneer deze zijn verricht. De Portugese Belastingdienst vindt onder andere de omschrijving van de verrichte werkzaamheden onvoldoende en weigert de aftrek van de btw op de facturen.
De btw-richtlijn bepaalt onder andere dat een factuur ‘de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de omvang en de aard van de verrichte diensten’ moet vermelden. Deze eis is gesteld om belastingdiensten in staat te stellen te controleren of de verschuldigde belasting is betaald en of recht op aftrek van btw bestaat. In onderhavig geval was niet meer vermeld dan dat ‘juridische dienstverlening’ was verricht. Het Europese Hof van Justitie is van mening dat de omschrijving op de facturen te summier was.
Het Hof van Justitie oordeelt echter ook dat een belastingdienst het recht op aftrek van btw niet mag weigeren enkel en alleen omdat een factuur niet voldoet aan een dergelijk formeel vereiste, indien die belastingdienst beschikt over alle gegevens die nodig zijn om na te gaan of is voldaan aan de materiële voorwaarden voor uitoefening van het recht op aftrek van btw. De belastingdienst mag zich er dan ook niet toe beperken slechts de factuur zelf te onderzoeken. De Belastingdienst dient rekening te houden met aanvullende informatie die door de belastingplichtige wordt verstrekt.
Beleid Nederlandse Belastingdienst
Het oordeel van het Europese Hof van Justitie lijkt ruimer dan het gepubliceerde beleid van de Nederlandse Belastingdienst. Volgens dit beleid kan weliswaar ook recht op aftrek bestaan als niet geheel wordt voldaan aan de factuurvereisten, maar volgens het beleid dient uit de factuur te blijken dat wordt voldaan aan de materiële voorwaarden voor aftrek. Het Hof van Justitie stelt de belastingplichtige echter ook in staat om het recht op aftrek aan te tonen op basis van aanvullende informatie anders dan de factuur.
Ondanks dat het recht op aftrek van btw niet hoeft te worden beperkt door een formeel factuurgebrek, laat het Hof van Justitie wel de ruimte aan lidstaten om andere sancties te verbinden aan het niet voldoen aan de factuurvereisten. De Algemene wet inzake rijksbelastingen biedt de Belastingdienst de mogelijkheid hier een verzuimboete voor op te leggen. In dat verband blijft het dan ook zaak om te voldoen aan de formele factuurvereisten voor de btw.
[1] Hof van Justitie van de Europese Unie, 15 september 2016, C-516/14 (Barlis)
Note: Als gevolg van nieuwe jurisprudentie en wetswijzigingen kan het voorgaande op het moment van lezen achterhaald zijn. Wij adviseren dat u zich ook altijd laat informeren over de actuele stand van de jurisprudentie en wetgeving, graag staan wij u hierin bij.