De Hoge Raad geeft meer ruimte om medisch personeel in te huren zonder btw.
Voor ziekenhuizen en zorginstellingen vormt de btw een kostenpost. Zij zien dan ook liever niet dat extern ingeschakelde zorgverleners aan hen btw in rekening moeten brengen over hun diensten. Recente jurisprudentie geeft aan dat hier meer mogelijkheden voor bestaan dan door de Belastingdienst werden gegeven.
Ziekenhuizen en zorginstellingen kunnen aan hen in rekening gebrachte btw vaak niet of zeer beperkt in vooraftrek brengen. Bij het inschakelen van externe zorgverleners hebben zij er dan ook belang bij dat deze zorgverleners geen btw in rekening hoeven te brengen over hun diensten.
Het inhuren van personeel is in beginsel belast met btw, tenzij medische diensten worden verricht. De Belastingdienst neemt met name bij het inhuren van ondersteunend personeel vaak het standpunt in dat hierover btw verschuldigd is. De Hoge Raad geeft echter in twee arresten aan dat ook het inhuren van ondersteunend personeel zonder btw vaker mogelijk is dan tot nu toe gedacht.
Zelfstandig anesthesiemedewerker
Een zelfstandig anesthesiemedewerker verhuurt zichzelf via zijn eenmanszaak. Hij verricht de werkzaamheden van een anesthesieverpleegkundige op basis van ‘overeenkomsten van opdracht’ en dient daarbij instructies van de ziekenhuizen of anesthesiologen op te volgen. Hij is slechts beperkt aansprakelijk voor schade van de opdrachtgever.
De Hoge Raad oordeelt dat de medewerker medische diensten verleent en daarom geen btw verschuldigd is over zijn diensten. Doorslaggevend lijkt te zijn dat geen verhouding van ondergeschiktheid tussen de ziekenhuizen en de medewerker is vastgesteld, gezien onder meer de juridische vormgeving van de contracten en de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die de medewerker heeft.
Maatschap van verpleegkundigen
Een aantal operatieassistenten en anesthesiemedewerkers vormen tezamen een maatschap. De maatschap sluit overeenkomsten met de ziekenhuizen, maar de werkzaamheden worden feitelijk verricht door de maten zelf.
Ook in dit geval oordeelt de Hoge Raad dat geen sprake is van het btw-belast inhuren van personeel. Ook hier wordt niet vastgesteld dat de maatschap of de maten ten opzichte van het ziekenhuis c.q. de maatschap juridisch in een verhouding van ondergeschiktheid staan. Daarnaast vindt ook geen bemiddeling of tussenkomst van een derde plaats.
Kwalificerende diensten
Naast de mate van zelfstandigheid was in deze procedures van belang dat kwalificerende medische diensten werden verleend door gekwalificeerd personeel. Kort gezegd zou daarvan sprake zijn als de beoefenaar van een beroep waarvoor regels zijn gesteld krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (“Wet BIG”) de werkzaamheden uitoefent waarvoor hij is opgeleid.
De Hoge Raad oordeelt dat de werkzaamheden van de maten (operatieassistenten en anesthesiemedewerkers) een wezenlijk, inherent en onafscheidbaar deel van aan patiënten geboden medische verzorging (chirurgie) vormen en daarom in aanmerking komen voor de vrijstelling. Dat de maten geen eindverantwoordelijkheid hebben en onder leiding van de chirurg c.q. anesthesioloog van het betreffende ziekenhuis staan doet daar niet aan af. Mogelijk ziet de Hoge Raad meer mogelijkheden om diensten als ‘kwalificerend’ te zien dan de tekst van de Nederlandse wet strikt genomen biedt.
Gevolgen voor de praktijk
De arresten van de Hoge Raad staan haaks op het door de Belastingdienst en de staatssecretaris van Financiën gevoerde beleid. Deze nieuwe jurisprudentie kan dan ook aanleiding zijn om de btw-gevolgen van het inschakelen van externe zorgverleners, en eventueel daarover gemaakte afspraken met de Belastingdienst, opnieuw tegen het licht te houden.
Bronnen: Hoge Raad 13 juni 2014, 12/02960
Hoge Raad 13 juni 2014, 13/05580
Note: Als gevolg van nieuwe jurisprudentie en wetswijzigingen kan het voorgaande op het moment van lezen achterhaald zijn. Wij adviseren dat u zich ook altijd laat informeren over de actuele stand van de jurisprudentie en wetgeving, graag staan wij u hierin bij.