Tot voor kort was het mogelijk om een B.V. heel eenvoudig te liquideren middels de zogeheten turboliquidatieprocedure. Wanneer er geen baten meer waren was het (kort gezegd) een kwestie van een besluit nemen tot ontbinding (door de aandeelhouders) en de inschrijving van de ontbinding bij de Kamer van Koophandel. De vennootschap behoefde geen stukken betreffende de financiële situatie openbaar te maken en schuldeisers hadden geen mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen de verdeling van de baten.Via deze procedure werd in 2018 90% van de entiteiten op deze wijze geliquideerd.
Per 15 november 2023 is deze zeer verkorte wijze van liquideren niet meer mogelijk. Er werd in het verleden teveel misbruik van gemaakt en er vonden teveel liquidaties met achterlating van schulden plaats. Deze wet vergroot de transparantie bij een turboliquidatie en heeft als doel het risico op misbruik te verkleinen en de schuldeisers van ontbonden rechtspersonen beter te beschermen.
Met de invoering van de wet moet het bestuur van een rechtspersoon die via de turboliquidatie wordt geliquideerd verschillende documenten deponeren bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel binnen 14 dagen na ontbinding.
De te deponeren documenten bestaan kort gezegd uit:
i) een balans en een staat van baten en lasten over het jaar waarin de rechtspersoon is ontbonden (over de periode tot het moment van ontbinding) en eventueel het jaar daarvoor (als er nog geen jaarrekening voor dat jaar openbaar is gemaakt);
ii) een beschrijving van de oorzaak van het ontbreken dan baten en (indien aan de orde), hoe de baten te gelde zijn gemaakt of de opbrengst is verdeeld en de reden waarom eventuele schuldeisers onbetaald zijn gebleven;
iii) de jaarrekeningen inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de ontbinding plaatsvindt (indien deze verplichting voor de betreffende rechtspersoon bestaat en daar nog niet aan is voldaan).
Het bestuur zal de schuldeisers direct van deze deponeringen in kennis (moeten) stellen.
Niet nakoming van deze bepaling ten aanzien deponering zal leiden tot een economisch delict dat strafbaar is gesteld. Daarnaast kan de rechter (op verzoek van het OM) een bestuursverbod van maximaal 5 jaar opleggen aan bestuurders die niet hebben voldaan aan de bedoelde deponeringsplicht.
Deze wet zal na 2 jaar vervallen, tenzij er een verlenging plaatsvindt bij Koninklijk Besluit, en na afloop van deze periode zal de wet worden geëvalueerd.