De hervorming van de langdurige zorg heeft ook gevolgen voor de brandveiligheidsvoorschriften van het woonzorgcomplex.
Het is vanzelfsprekend dat de veiligheid van cliënten en bewoners voorop staat. Desondanks wordt bij scheiden van wonen en zorg nog onvoldoende rekening gehouden met de gevolgen voor de brandveiligheid.
Nu meer mensen langer zelfstandig blijven wonen, verandert de gebruiksfunctie van het gebouw van ‘wonen’ in ‘wonen met zorg’. Dat heeft als gevolg dat ook de regels waaraan het gebouw moet voldoen, wijzigen. De ervaring leert dat nog (lang) niet alle verhuurders hierop zijn voorbereid.
Nieuwe rol bij een koppeling van wonen en zorg
Door het scheiden van wonen en zorg ontstaan nieuwe vormen voor het verblijf van de cliënt. Bij al deze vormen kan aan de woonfunctie een component ‘zorg’ worden verbonden. Volgens het Bouwbesluit is sprake van een ‘woonfunctie voor zorg’, wanneer professionele zorg wordt verleend op grond van de AWBZ of de Wmo. Een verzorgingstehuis, een aanleunwoning en een groepswoning voor bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapten of dementerenden, voldoen aan deze criteria.
Gevolgen voor verhurende zorginstelling en woningcorporatie
Aan de hand van de gebruiksfunctie kan in het Bouwbesluit worden terug gevonden aan welke regels een gebouw moet voldoen. Wanneer de gebruiksfunctie wijzigt, kunnen ook de regels waaraan het gebouw moet voldoen, wijzigen.
Dat is dus het geval wanneer mensen langer zelfstandig blijven wonen en een beroep (moeten) doen op bijv. de Wmo. De gebruiksfunctie wijzigt daardoor van ‘wonen’ in ‘wonen met zorg’.
Iedere eigenaar heeft op grond van de Woningwet de zorgplicht om ervoor te zorgen dat zijn gebouw voldoet aan de regels uit het Bouwbesluit. Dat geldt ook bij een functieverandering, wanneer bijv. de woonfunctie verandert in een ‘woonfunctie met zorg’. Door de functieverandering kunnen van de een op de andere dag andere regels gaan gelden voor de brandveiligheid van het verblijf.
Wordt niet voldaan aan de brandveiligheidsregels uit het Bouwbesluit, dan kan de gemeente overgaan tot handhaving. Dat kan doordat aan de eigenaar een last onder dwangsom wordt opgelegd of doordat de gemeente voor rekening van de eigenaar zelf de nodige maatregelen treft.
Zowel voor de verhurende zorginstelling die niet tevens de eigenaar is van het gebouw (omdat zij dit huurt van de woningcorporatie en het weer onderverhuurt aan de cliënt) is het van belang dat aan de brandveiligheidsvoorschriften wordt voldaan, als voor de woningcorporatie die rechtstreeks verhuurt aan mensen die zorgbehoevend worden. Wanneer een gebouw niet aan de brandveiligheidseisen zou voldoen en er gaat iets mis, dan is de verhuurder aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen daarvan.
Ook het huurrecht komt hier om de hoek kijken. Wanneer niet aan de brandveiligheidseisen wordt voldaan, kan sprake zijn van een gebrek waarvoor de verhuurder jegens de (onder)huurder aansprakelijk is, zelfs zonder dat er brand uitbreekt.
Conclusie
Voor zorginstellingen en woningcorporaties is het goed om te beseffen dat de hervorming van de langdurige zorg ook gevolgen heeft voor de brandveiligheidsvoorschriften van het woonzorgcomplex.
Note: Als gevolg van nieuwe jurisprudentie en wetswijzigingen kan het voorgaande op het moment van lezen achterhaald zijn. Wij adviseren dat u zich ook altijd laat informeren over de actuele stand van de jurisprudentie en wetgeving, graag staan wij u hierin bij.