Op 1 december 2022 is de internetconsultatie van het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) gesloten. Onderdeel van dit wetsvoorstel is het vervallen van de taken van het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en de opheffing van het CSZ als zelfstandig bestuursorgaan. Melding aan en goedkeuring door het CSZ zijn dan niet langer aan de orde voor zorgaanbieders. In dit wetsvoorstel wordt een nieuw type toezicht voorgesteld dat daarvoor in de plaats treedt. Hoe deze voorgestelde stelselwijziging precies in elkaar steekt en welke gevolgen daar concreet uit voortvloeien, wordt hieronder kort uiteen gezet.
Op grond van art. 18 WTZi is een zorginstelling momenteel verplicht om melding te doen aan het CSZ wanneer zij voornemens is om gebouwen of terreinen blijvend niet meer voor de instelling te gebruiken. Vervolgens beslist het CSZ of goedkeuring nodig is. Deze regeling staat verder uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit WTZi en de Beleidsregel vervreemding onroerende zaken, waar ook uitzonderingen in benoemd staan. Als goedkeuring nodig is, vindt toezicht plaats dat kort gezegd moet leiden tot een marktconforme opbrengst. Over het algemeen worden simpele transacties schriftelijk afgehandeld. Bij complexe transacties kan het CSZ een gemachtigde aanwijzen die intensief toezicht houdt op (verplichte) handelingen bij de transactie, zoals taxatie, het biedingsproces en de contractvorming. Pas aan het einde van het proces beslist het CSZ of goedkeuring wordt verleend. Deze vorm van toezicht vloeit nog voort uit de tijd van het ‘bouwregime’, toen zorgvastgoed door de overheid werd gefinancierd. Het bouwregime is evenwel afgeschaft in 2008/2009, waarmee zorgaanbieders zelf verantwoordelijk werden voor hun zorgvastgoed en de risico’s daaromtrent. Sindsdien moeten de kosten van vastgoed via de tarieven worden terugverdiend en wordt overheidstoezicht door het CSZ niet langer passend geacht, aangezien zorgvastgoed in de regel niet wordt gefinancierd met collectieve middelen.
Niettemin kan de vervreemding of verhuring van zorgvastgoed nog steeds betekenisvolle impact maken op de bedrijfsvoering en de zorgverlening van een zorgaanbieder. Met het wetsvoorstel wordt beoogd om maatschappelijke belangen te borgen in de zorg, waarbij een integere inrichting van de organisatie en bedrijfsvoering van een zorgaanbieder centraal staat. In het Wibz wordt een nieuwe vorm van toezicht op bedrijfsbeslissingen van zorgaanbieders geïntroduceerd dat in de plaats treedt van toezicht door het CSZ. In het Wibz worden onder meer publiekrechtelijke normen voorgesteld die tot doel hebben negatieve gevolgen van tegenstrijdige belangen te voorkomen. De regels omtrent tegenstrijdige belangen zijn momenteel privaatrechtelijk van aard en verankerd in boek 2 BW (voor rechtspersonen) en de (vrijwillige) Governancecode Zorg 2022. In deze nieuwe publiekrechtelijke normen worden allereerst algemene normen voorgeschreven waar een zorgaanbieder zich bij de vervulling van zijn taak in het algemeen naar moet richten. Daarnaast wordt bepaald dat een bestuurder of een lid van de interne toezichthouder in beginsel niet deelneemt aan de besluitvorming, indien hij daarbij een tegenstrijdig belang heeft. Tot slot dient bij van betekenis zijnde transacties, waarbij een bestuurder, een aandeelhouder of een lid van de interne toezichthouder een direct of indirect belang heeft, door een zorgaanbieder te worden gewaarborgd en schriftelijk te worden vastgelegd dat sprake is van normale marktvoorwaarden. Door publiekrechtelijke vastlegging van deze normen in de Wet marktordening gezondheidszorg krijgen de NZa en de IGJ nieuwe toezicht- en handhavingstaken. Volgens de memorie van toelichting behoort daarbij niet alleen tot de mogelijkheden dat bestuursrechtelijke sancties worden opgelegd, maar zou ook de vergunning van een zorgaanbieder kunnen worden ingetrokken wanneer in strijd met deze normen wordt gehandeld.
De Eerste en Tweede Kamer moeten zich nog buigen over het wetsvoorstel, zodat niet is uitgesloten dat het wetsvoorstel wordt gewijzigd of uiteindelijk niet wordt aangenomen. Als u benieuwd bent welke gevolgen dit wetsvoorstel kan hebben voor zorgvastgoedtransacties binnen uw organisatie of wanneer u vragen heeft over de huidige regels, kunt u daarvoor contact met ons opnemen. DUDOK is specialist in zorgvastgoed en partner van Stichting Zorgvastgoed.